Wouter deprez ️ Johan Jacobs

Wouter Deprez

Verslag van een inspiratieweekend

VERSLAG VAN HET INSPIRATIEWEEKEND VAN DE VENNOTEN VAN DERTIEN12, 6-8 NOVEMBER 2020

(door verslaggever Wouter Deprez)

SITUERING KLANT DIE HET VERSLAG VAN HET INSPIRATIEWEEKEND AANVROEG

De aanvrager betreft Dertien12, architectuurbedrijf uit Brugge, opgericht in 2009. De betreffende vennoten zijn Peter B., Tom G., en Lennart C.

SITUERING VAN HET BEGRIP ‘INSPIRATIEWEEKEND’

Jaarlijks zonderen de drie vennoten zich een weekend af op een aantrekkelijke locatie. De vennoten hopen en verwachten dat het samenzijn en de locatie iets zal veroorzaken dat zij graag ‘chemie’ noemen. Die ‘chemie’ inspireert hen tot aanpassingen aan de werkwijze van Dertien12 voor de toekomst.

HISTORIEK VAN DE VRAAG OM EEN VERSLAG

De vraag om een verslag van het inspiratieweekend kwam oorspronkelijk vanuit het personeel. Deze vraag groeide geleidelijk door de werksituatie van het personeel na de inspiratieweekends van de vennoten in de voorbije jaren. Het personeel stelde vast dat de vennoten na elk inspiratieweekend terugkeerden in een bepaalde roes en met grote vernieuwingen voor de richting van het bedrijf, die in de praktijk niet altijd uitvoerbaar bleken, en het personeel dus voor moeilijke situaties stelde.

In 2017 kwamen Peter B., Tom G. en Lennart C. terug van het inspiratieweekend in Finland terug met het besluit dat Dertien12 vanaf nu enkel nog zou laten bouwen in Finse spar, en dat alle lopende projecten in baksteen moesten worden afgebroken en opnieuw opgebouwd in deze Finse spar. Het Finse grenenhout had volgens de vennoten namelijk een bepaalde vlamvorm in de tekening die de inwoners van de huizen automatisch een warmte zou verschaffen waardoor de verwarming veel minder moest worden opgezet. Het was een ecologische beslissing waarvan de vennoten toegaven dat ze inderdaad genomen was tijdens het drinken van vodka gestookt van rendierzweet, maar dat maakte ze volgens hen niet minder valabel. Voor het personeel in de bouw had de Finse spar echter drastische gevolgen: elke overall, elke werkbroek, elke trui hing binnen het uur vol hars. Het is maar na de grote staking van drie van de vier aannemers die op dat moment voor Dertien12 bezig waren, dat de vennoten met mondjesmaat weer andere bouwmaterialen toestonden. Naar de grote staking van 2017 wordt op kantoor nog steeds verwezen als DE GROTE HARSSTAKING.

En iedereen herinnert zich ook nog 2019, toen de drie vennoten naar Corsica gingen en vastberaden waren om een groot ontmoetingscentrum in Langemark te bouwen, niet enkel in de vorm, maar ook in de constitutie van een rijpe Corsicaanse schapenkaas. Lennart C. roemde de isolerende kwaliteiten, Tom G. hield van de kleur, en Peter B. vond het prachtig dat het materiaal in de zomer een zachtere aggregatietoestand had dan in de winter, en was lovend over het feit dat ‘de seizoenen zo mooi gevoeld werden in en buiten het gebouw’. Het personeel was minder enthousiast over zowel de stevigheid van het bouwmateriaal, als de geur van het bouwmateriaal, en het feit dat het bouwmateriaal op kantoor werd gestockeerd. De rechtszaak met het gemeentebestuur van Langemark loopt ook nog, omwille van het feit dat het gebouw minder waterbestendig is dan beloofd, en helaas ook heel lekker wordt gevonden door hondjes die in de onmiddellijke omgeving ervan uitgelaten worden, waardoor stukken van het gebouw steeds weer gerestaureerd moeten worden met nieuwe Corsicaanse schapenkaas, die niet altijd hetzelfde kleurtimbre heeft als de kaas van het jaar ervoor, waardoor het geheel een bepaalde slordigheid heeft gekregen.

Bij het personeel groeide dus de overtuiging dat het belangrijk was om een onpartijdige, objectiverende verslaggever mee te sturen op inspiratieweekend. Die persoon zou in het beste geval een kalmerende invloed hebben op de drie vennoten, in het slechtste geval zou hij dan toch notities nemen, zodat de werknemers konden zien op welk punt van het weekend een idee dat in oorsprong goed was, ontspoord was tot een architecturaal dogma dat voor het komende bouwjaar veel hoofdbrekens zou opleveren.

Verder was er ook een vraag voor een verslag van het inspiratieweekend vanuit één van de vrouwen van de vennoten -om privacyredenen houden we haar naam geheim-, nadat er na het inspiratieweekend van 2018 een minuscule bebloemde onderbroek tussen het wasgoed van Lennart C. zat, waarvan Lennart C. dan wel -wellicht terecht- beweerde dat hij die zaterdagavond laat in een nachtwinkel in Berlijn had bijgekregen bij de aankoop van drie liter schnaps, een verhaal dat Peter B. bevestigde, en het waarheidsgehalte leek inderdaad hoog aangezien de onderbroek nog in een afgesloten plastiek zat, maar de anonieme echtgenote was blijkbaar toch niet volledig gerustgesteld.

Deze dubbele vraag om een verslaggever kwam er al in het vroege voorjaar van 2020, en werd begin februari op de maandagochtendvergadering voorgelegd aan vennoten Peter B., Tom G. en Lennart C.

HISTORIEK VAN DE TOTSTANDKOMING VAN DE KEUZE VAN DE VERSLAGGEVER

Peter B., Tom G., noch Lennart C. waren aanvankelijk bereid om een verslaggever mee te nemen op het inspiratieweekend. Ze waren er alledrie van overtuigd dat de aanwezigheid van een verslaggever de unieke chemie tussen hen drieën op het inspiratieweekend zou verstoren.

Pas toen zowel twee derden van de werknemers van Dertien12 als de anonieme vrouw van één van de vennoten dreigden met opstappen, werden de drie vennoten bereid gevonden tot het smeden van een compromis.

Peter B. , Tom G. en Lennart C. zouden toch een verslaggever dulden, maar deze zou zich zo stil mogelijk houden om de oplaaiende chemische herverbinding tussen de drie vennoten niet te verstoren. Ook moest de verslaggever beloven om zijn eigen boterhammetjes mee te nemen in een Tupperwaredoos. En bovendien vroeg de anonimiteit verlangende vrouw of de verslaggever alsjeblieft een man kon zijn. In de uitgeschreven vacature werd deze voorwaarde uiteraard niet vermeld, wegens strijdig met de antidiscriminatiemaatregelen.

Een maand lang stond de vacature in de kranten zonder dat enige kandidaat zich meldde. Was het de vereiste om zich stil te houden, of de boterhammetjes in de Tupperwaredoos die de job minder aantrekkelijk maakte?

Toen sloeg corona toe. Er was er een plotse toevloed kandidaten voor de vacature. Een groot percentage van hen was kapper of kapster, schoonheidsspecialiste, acteur of zelfs cabaretier.

De keuze viel uiteindelijk op Wouter D. uit G., die niets over architectuur leek te weten, wat de vennoten een pluspunt vonden, omdat ze op die manier toch nog hoopten gewoon hun eigen gang te kunnen gaan, en het verslag te kunnen beïnvloeden. Ook was Wouter D. een man, en was hij ontzettend blij om eindelijk eens naar het golvende Toscane te kunnen gaan, zodra corona het toe zou laten. Hij hoopte dat er toch wat wijnproeverij mogelijk zou zijn, toch zeker de zondag, als de boterhammetjes uit de boterhammendoos al wat droog zouden smaken.

HISTORIEK VAN DE VERANDERING VAN REISBESTEMMING VAN HET INSPIRATIEWEEKEND

Toen België niet happig meer bleek om toeristen naar het buitenland te laten vertrekken, en Toscane geen Belgische toeristen meer bleek ontvangen, werd het inspiratieweekend steeds maar verzet. Vennoten Tom G., Peter B. en Lennart C. begonnen steeds harder te lijden onder het niet kunnen laten ontstaan van hun gemeenschappelijke chemie in een gastronomisch buitenland. Lennart C. klaagde steeds vaker over een gevoel van overdreven routine, en zei zelfs regelmatig ‘dat hij dan evengoed in vaste dienst kon zijn getreden en een loonslaaf zijn geworden’. Peter B. klaagde over ‘sleur, sleur, ellendige sleur’, en Tom G. wierp zich van de weeromstuit op een onmogelijk project. Hij werkte zich met Dertien12 binnen in één van de meest bouwvallige gebouwen van de Brugse binnenstad, waar hij beloofde dat Dertien12 binnen een quasi onhaalbare termijn kantoor zou houden. Om dat te verwezenlijken wierp Tom G. zich daar als een dolleman op een verregaande verbouwing van de meest bouwvallige ruimte, de zolder. Toen Tom G. met uitputtingsverschijnselen werd opgenomen in de spoed, nam Peter B. zowel knarsetandend als hoofdschuddend de volledige verbouwing over, waardoor zijn levenspartner alle zomersessies van hun relatietherapie alleen heeft moeten afwerken.

Toen de werknemers van Dertien12 zagen dat het zo echt niet verder kon, beslisten ze dat de drie vennoten zich noodgedwongen zouden moeten neerleggen bij een annulering van hun reservatie van de villa op de Toscaanse heuveltop, en boekten ze voor hen ter vervanging een chaletje aan Overmere Donk voor een weekend in november. Ook plaatsten ze ter verzachting van de teleurstelling een bestelling bij traiteur Tête Pressée, en ruilden ze één van de grote Mac-schermen van Dertien12 op de zwarte markt voor vijf bakken Orval van drie jaar oud.

REACTIE VAN DE DRIE VENNOTEN OP DE VERANDERING VAN PLANNEN

Na een lichte inzinking omwille van de definitieve onmogelijkheid van het Toscaanse plan, besloten de drie vennoten toch al snel om het beste te maken van het plan om naar Overmere Donk te trekken. De reisbestemming werd aanvaard, vervolgens omarmd, en binnen de kortste keren hadden de drie vennoten een dieptestudie gemaakt over de verschillende mogelijkheden om vanuit Brugge Overmere-Donk te bereiken. Elk van de drie vennoten zou een mogelijk vervoersmiddel voorstellen om richting Overmere-Donk te trekken.

GEMOEDSTOESTAND WAARMEE VERSLAGGEVER WOUTER D. AAN DE REIS BEGON

Verslaggever Wouter D. gebruikte de werkloze maanden in zijn eigen beroep als voorbereiding op zijn nieuw tijdelijk beroep als verslaggever, en las zich in op de website van Dertien12. Ook ging hij op het kantoor van Dertien12 ook alle maquettes van de bouwprojecten van Dertien12 in detail bestuderen. Het leidde bij hem tot een immense bewondering voor de durf die in de architecturale projecten van Dertien12 terug te vinden is, maar ook tot een fascinatie voor het specifieke jargon van de architecturale sector. Als leek moest hij toegeven dat hij niet elk aspect van het taalgebruik onder de knie kreeg, of zelfs maar begreep. Hij bleef met veel vragen zitten, en zijn vastberadenheid groeide om die vragen op het weekend te stellen, ondanks de voor het beroep vereiste stilzwijgendheid en discretie.

VERVOERSMIDDEL WAARMEE DE VERPLAATSING NAAR OVERMERE DONK ZOU GEBEUREN

Peter B. was voorstander van een tractor om de verplaatsing naar Overmere Donk te maken. Het zou hen verplichten om de kleine wegjes te volgen, weer voeling te krijgen met de landelijke wegen van het Vlaamse landschap, en bovendien wilde hij al zijn hele leven eens met een tractor rijden.

Tom G. wilde graag met een zweefvliegtuigje gaan, om het luchtruim te verkennen en te kijken of Dertien12 in de toekomst misschien vaker in de hoogte moest bouwen.

Maar het was het voorstel van Lennart C. dat het uiteindelijk haalde, deels omdat het charmant was, en deels omdat het hielp om een deeltje van de grote overstock aan Finse spar die nog in de garages van alledrie de vennoten stond, weg te werken. Lennart C. wou met de drie vennoten eigenhandig een kano uithouwen uit een hele dikke Finse spar. Dat vaartuig paste volgens Lennart C. perfect bij wat Dertien12 dit weekend wou onderzoeken: voer het bedrijf nog stroomopwaarts genoeg? Konden de vennoten met verenigde menselijke krachten de natuurkrachten overwinnen op ecologisch verantwoorde wijze? En konden ze hun eigen weg banen op het water, zonder eenden of meerkoeten dood te kloppen met hun peddel, dus zonder al te grote impact op de omgeving, zoals ze dat ook in hun architectuur poogden te doen?

Tot op dit punt was het verslaggever Wouter D. gelukt om de stilte te bewaren en het principe van fly on the wall aan te houden temidden van de dynamiek tussen de drie vennoten, hoewel de zin ‘zijn jullie helemaal zot geworden’ al een paar keer tegen de achterkant van zijn voortanden had getikt om te vragen of ze alsjeblieft naar buiten mocht.

Maar net toen hij de zin toch riep, ging ze verloren in het geweldige lawaai van de drie kettingzagen waarmee de vennoten een gigantische Finse spar te lijf gingen om die om te toveren in een kano. En gelukkig, want temidden van al zijn ontzetting, was Wouter D. toch ook gecharmeerd door de sturm und drang van de drie vennoten die ondertussen toch ook de middelbare leeftijd aan het naderen waren, maar daar nog altijd geen enkel teken van leken te vertonen.

HET VERSLAG VAN HET INSPIRATIEWEEKEND

Het uithouwen van de kano duurde niet slechts twee uur, zoals Lennart C. iets te optimistisch had ingeschat, maar wel tot zaterdagochtend, zeven uur. Ondanks het helse lawaai van de kettingzagen was verslaggever Wouter D. toch een aantal keer in slaap gesukkeld, waarna hij weer wakker werd door de nog grotere hoeveelheid decibels die de drie vennoten ten gevolge van overvloedige Orvalnuttiging produceerden tussen het geronk van de kettingzagen door. Hoe ouder de Orval, hoe meer rumoer hij teweegbracht, trok Wouter D. als wetenschappelijke conclusie.

Het enthousiasme dat de kano klaar was, stuurde de drie vennoten ook aan om de boot ook dadelijk te water te laten, zonder zich bezig te willen houden met kleinburgerlijke overbodigheden zoals nachtrust.

Langs de Brugse Vaart, over Gent, zou de route gaan, en dan via de Schelde naar het Donkmeer. Lennart C. dacht dat deze kleine verplaatsing binnen een uur of twee mogelijk moest zijn.

Voor verslaggever Wouter D. was het niet makkelijk instappen. De boot wiebelde zodanig dat zijn notitieboekje en zijn bic in het water vielen, zodat hij al dadelijk besefte dat hij dit weekend mentaal zou moeten registreren, om nadien dan de ervaring uit te typen.

Bij Tom G. maakte het aanvankelijke enthousiasme, misschien mede door een lichte vermoeidheid na de slapeloze nacht, plaats voor een zekere wrevel. Al bij de eerste stoot met de peddel in het water, bleef het haar op de armen van Tom G. vasthangen in het hars. Bij het wegtrekken van zijn armen werd het haar hardhandig verwijderd. Na een paar honderd meter op de reien waren de armen van Tom G. volledig onthaard, maar konden ze nadien wel rusten op een lekker zacht tapijt van armhaar, dat op de zijkant van de kano kleefde, wat het gemoed van Tom G. weer suste. Met frisse moed peddelde het trio verder op de Brugse reien, terwijl Wouter D. zich zoals gevraagd in zijn jobomschrijving professioneel afzijdig hield.

Het geolied peddelende trio wees onderweg vrolijk aan waar ze al overal zwempontons en afdakken op de Brugse reien hadden geplaatst. Dit leek Wouter D. het ideale moment om zijn gevraagde stilzwijgen te doorbreken en te vragen naar een zin die hem had gefascineerd op de website, in de omschrijving van de Canal Swimmer’s Club. Het betrof volgende zin:

Enerzijds vergroten we de openbare ruimte in een te druk toeristisch stadscentrum, anderzijds staan de zwemmers symbool voor de verbeterde waterkwaliteit.

Betekende deze zin inderdaad in bedekte termen wat W.D. eruit begrepen had? Lokte Dertien12 met hun zwemponton onervaren zwemmers in het water, in de hoop dat het stadscentrum minder druk en toeristisch zou worden? En was het inderdaad de bedoeling dat de zwemmers zware metalen zouden inslikken, bij het verdrinken, en zo fungeerden als een vorm van waterzuivering? En bovenal, werd deze gang van zaken gesubsidieerd door het Brugse stadsbestuur, en viel dat dan onder Dienst Toerisme, Dienst Milieu of Dienst Waterwegen?

De drie vennoten namen Wouter D. deze interpretatie niet kwalijk. Peter B. zei gewoon heel rustig dat ze het enkel maar fantastisch fijn hadden gevonden om mensen te zien zwemmen in de reitjes, en dat er niet veel meer achter te zoeken viel. Het bracht Wouter D. in een grote verwarring. Was dit soort jongensachtig enthousiasme zonder enige cynisme echt mogelijk, bestond het echt, en kon de mensheid overleven op deze manier?

Lennart C. geraakte ondertussen door de voortdurende consumptie van Orval in een bepaalde roes, hij proefde de natuur in dit gerijpte natuurproduct, zei hij, een verbinding met de natuur waar ook in elk project van Dertien12 naar gestreefd werd, een verbinding die ook Wouter D. in de beschrijving van de projecten opgevallen was, elk gebouw leek midden in een bos te staan, zelfs in die mate dat Wouter D. op een bepaald moment tijdens het lezen dacht dat al die projecten in werkelijkheid bouwovertredingen waren, chique chalets die illegaal waren neergepoot in natuurgebied, en waar Dertien12 dan via een nieuw geveltje en een chique omschrijving een legaal gebouw moest van maken dat ‘in en tussen’ de natuur stond, dat ‘het buitengebied naar binnen trok’, waar ‘de schotten tussen gebouw en omgeving vervaagden, en zo de essentie van architectuur bevraagden’.

Maar Wouter D. zag al snel de oprechtheid in het gedrag van Lennart C. en zijn verbondenheid met de natuur door de Orval.

Het was namelijk die verbondenheid met de natuur, die Lennart C. zijn kleren deed uitspelen en naakt een frisse duik deed nemen in het kanaal Gent-Brugge. Het was op dat moment dat Wouter D. hoopte dat Lennart C. de onscherpe figuur was die op verschillende van de foto’s van de projecten op de website te zien was. Maar helaas was het beeld haarscherp, en zag Wouter D. samen met een aantal verwonderde voorbijgangers de fysiek zware gevolgen van een jarenlang architectenbestaan, met een overdaad aan belegde broodjes op de middag en jarenlang slaaptekort.

Ook Tom G. en Peter B. aarzelden niet, en doken het water in. En tot zijn grote verwondering voelde ook verslaggever Wouter D. een plotse verbondenheid met de natuur en een enthousiasme dat hij niet eerder voelde, en hij zou zeker ook een duik genomen hebben, als hij door al dat hars niet vastgelijmd zat aan de bodem van de Finse sparrenboot. Nadat Peter B., Tom G. en Lennart C. een tijdlang als dartele zeehonden door het zwarte water buitelden, klommen ze opnieuw aan boord van de boot. Na drie keren beseften ze dat het beter was om niet alle drie aan dezelfde kant van de boot in te klimmen. Maar we moeten ook toegeven dat ze er drie keer wel in slaagden om Wouter D. toch niet te laten verdrinken door de boot net op tijd helemààl rond te laten draaien, een niet geringe verdienste aangezien Wouter D. nog steeds vastgelijmd zat met zijn achterwerk aan het hars op de bodem van de boot.

De vierde keer klommen de drie vennoten niet tezelfdertijd, maar na mekaar in de boot, terwijl diegene die nog in het water zat als tegengewicht aan de andere kant hing. Peter B. riep tijdens zijn vierde Orval van de ochtend uit dat dit eigenlijk de perfecte metafoor was voor hoe ze met de drie vennoten te werk gingen! Als de ene de boot dreigde te doen kantelen, boden de anderen tegengewicht. Maar als er een boot was, moest er ook altijd uitgesprongen worden, en weer ingeklauterd!

Doordat de drie vennoten en Wouter D. een uurtje of twee niet gepeddeld hadden, waren ze een eindje teruggedreven richting Brugge. Terwijl Wouter D. alle vloeken uit zijn repertoire inwendig aan het vloeken was omdat ze opnieuw nog maar in Moerbrugge waren, zei Tom G. verwonderd dat Moerbrugge er helemaal anders uit zag als je het achterwaarts binnenvoer, dan als je het voorwaarts buitenvoer. Lennart C. en Peter B. knikten enthousiast. Unaniem werd beslist dat er bij nieuwe projecten ook steeds achterwaarts naartoe zou worden gereden, gefietst of gewandeld. Tom G. vond dat dit niet ver genoeg ging, en zei dat nieuwe projecten ook ondersteboven moesten worden bekeken, in handenstand. Dadelijk werd er geoefend op de handenstand, wat niet van een leien dakje liep in een kano. Twee van de drie vennoten tuimelden tot hun eigen groot jolijt opnieuw in het water, terwijl Lennart C. wel drie minuten in handenstand bleef staan in de kano, te roepen dat Moerbrugge er achterwaarts én ondersteboven inderdaad nog helemaal anders uitzag. Na drie minuten riep hij dan wel -op even enthousiaste manier- om hulp, aangezien zijn twee handen vastkleefden aan de hars op de bodem van de boot. Toen Peter B. en Tom G. hem losgetrokken kregen, bleef er toch wat huid van Lennart C. achter op de bodem van de boot.

Dolgelukkig schreeuwde Lennart C. uit dat hij door de pijn nog méér het gevoel had dat hij leefde! Tom ontkurkte nog vier Orvals, om samen het leven te vieren. Wouter D. zei dat hij beter geen Orval meer zou drinken, dat de vorige twaalf al wat zwaar op de maag lagen, en of drie jaar niet toch wel heel oud was voor een Orval? Peter B. legde uit dat het probleem eerder was dat Wouter D. nog niets gegeten had, en hij haalde uit de frigobox een portie ‘Vitello tonato North Sea Style’, voor Wouter D., van traiteur Tête Pressée. Op de vraag van Wouter D. of dit geen overschrijding van het contract was waarin bepaald stond dat hij zijn eigen boterhammetjes moest meebrengen, greep Peter B. de Tupperwaredoos van Wouter D., en zwierde ze de vaart van Moerbrugge in. Terwijl Tom G. uitlegde dat Peter B. hiermee metaforisch wou aantonen dat beperkingen er voor Dertien12 eigenlijk enkel waren om ze zo ver mogelijk op te rekken, zwommen twee eendjes op de boterhammendoos af, ééntje trok snaterend de elastiek van het deksel, het andere eendje wipte het deksel van de doos.

De vijfde Orval van de dag en de dertiende in totaal bezorgde Tom G. dan weer een activistisch idee. Ja, Dienst Erfgoed Brugge was soms te voorzichtig, schreeuwde hij! Waarom werd over elk minuscuul dakraampje zo lang gepalaverd, omdat er misschien een reiger drie milliseconden inzicht zou krijgen in je zolderkamer? Hij stelde voor om alle daken in Brugge in één nacht tijd te vervangen door gigantische veluxen over de hele breedte en hoogte van de daken. En als Dienst Erfgoed kwam klagen over de velux, dan zette je hem open, en dus eigenlijk gans je dak, waardoor het een tijdelijke constructie werd!

Peter B. juichte eerst enthousiast mee, tot Lennart C. hem voorzichtig herinnerde aan het jaar dat Dertien12 werkelijk elke regel tot het uiterste had gerekt, en enkel nog had kunnen bouwen in Congo en Burundi, waar inderdaad wat minder rekening moest worden gehouden met de plaatselijke Dienst Erfgoed. Het activistische plan van Tom G. werd met tegenzin, maar ook met unanimiteit van de stemmen verworpen.

Toen volgde een stil en ingetogen uurtje. Volgens Wouter D. had dit waarschijnlijk te maken met het gemeenschappelijk verorberen van de gevulde kalkoen ‘Fine Champagne’ die Tête Pressée op verrukkelijke wijze had bereid, met gebakken champignonnetjes, groenlof en maïskroket. Bovendien accordeerde de gevulde kalkoen prima met drie jaar oude Orval.

Ten gevolge van de vertering werd er daarna begrijpelijkerwijs een uurtje niet geroeid, en gingen de drie vennoten en Wouter D. over tot een klein dutje, genietend van de zachte golfslag, het gekwaak van de eendjes die nu al een paar uur de achteruitvarende boot aan het volgen waren om de lege Tupperwaredoos te kunnen teruggeven, en de rustgevende natuurgeur van Finse hars.

Toen de heren opnieuw wakker werden, in de vroege vooravond, voer de boot net achterwaarts Brugge terug binnen. Het schemerde al, en ten gevolge van corona waren er beduidend minder toeristen in de Brugse binnenstad, maar toch namen diegenen die er wel waren gretig foto’s van de drie naakte vennoten, en de met hars vastgelijmde verslaggever. Het deerde de vennoten niet, er zullen altijd mensen gechoqueerd zijn door je handelingen, zei Tom G., en om tot goede resultaten te komen, moet je je durven tonen zoals je echt bent, zei Lennart C. Of zijn vrouw dit bij thuiskomst niet weer heel vreemd zou vinden, vroeg Peter B. aan Lennart C., die er echter geen graten in zag.

Met zijn vieren draaiden ze de boot 180 graden en zagen ze de verlichting van de historische gebouwen van Brugge aanfloepen. Dadelijk overviel een immense melancholie en stedelijke liefde Peter B., Tom G. en Lennart C.

Ze haalden herinneringen op aan hun twintigjarige carrière samen. Zou Virginie ooit nog teruggevonden worden, vroegen ze zich af, Virginie die als eerste de ontoegankelijke zolder van de Albertschool had betreden, en van wie pas twee weken later was opgemerkt dat de plaats van Virginie leeg was op het kantoor? Peter B., Tom G. en Lennart C. hadden de ganse zolder van de Albertschool leeg moeten laten maken en opknappen, om de zoekactie ten gronde te kunnen voeren. Nadien hadden ze deze actie moeten rechtvaardigen door een alom geprezen dakkantoor op zolder te steken. Ja, zei Tom G., alles samen beschouwd was Virginie een te rechtvaardigen offer geweest voor een magnifieke verbouwing. Kijk naar deze oude Brugse gebouwen, zei Peter B., hoeveel mensenlevens hebben zij niet geëist? Elke kerk, elk stadspaleis is gebouwd op de knoken en botten van de werkmensen die voor dat gebouw omhoogkropen op houten stellingen. Ze toastten met vier en en de laatste Orvals op het waardevolle offer dat Virginie bracht.

Toen sloegen de Brugse klokken twaalf, en ging de nachtklok in. De vier mannen gingen over op fluisteren. De ideeën werden nog wilder, misschien doordat ze stiller moesten worden geuit. Een pergola voor de Markt, een vissenkwekerij op het Belfort, waarna de vissen via een doorzichtige regenpijp naar beneden konden worden geloodst, recht in de herbruikbare winkeltas van de Bruggelingen, levend vers. De basiliek voor het Heilig Bloed die jaarlijks van nieuwe muurschilderingen zou worden voorzien. Het nieuwe stadion van Club en Cercle dat ondergronds kon worden gestoken, onder ziekenhuis Sint-Jan, onder een glazen vloer. Zo konden alle patiënten gratis meekijken naar de thuismatchen, dat zou genezing bevorderen!

Toen de nadorst ergens rond vier uur ’s nachts de kop begon op te steken, maakte Lennart C. van zijn handen zonder verpinken een kommetje en leste hij zijn dorst met authentiek water uit de reitjes.

Zijn gezicht gloeide op als op een schilderij van de Vroegprimitieven uit het Groeningemuseum. Dat het water verrukkelijk was, schreeuwde hij uit! De meerkoetjes waakten verontwaardigd uit hun slaap, maar Lennart C. bleef doorgaan. Dat Dertien12 hier zijn eigen bier van kon brouwen! Tom G. vervoegde dadelijk zijn geestdrift, en begon al luidop uit te rekenen hoe er van hun nieuwe locatie, het Bladelinhof, een ondergrondse leiding getrokken kon worden naar de verschillende bouwprojecten van Dertien12. Iedereen die een bouwopdracht bestelde bij Dertien12 moest een klaterende fontein van reitjesbier ingewerkt krijgen in het gebouw! Peter B. overliep in gedachten mogelijke samenstellingen voor een eigen ‘gruut’ om het reitjesbier van Dertien12 mee te maken.

Gelukkig liep de nachtklok ondertussen af, het was onmogelijk om het geluid nog gedempt te krijgen. In de heersende opwinding bedacht Tom G. ook nog het ‘drijfkantoor’. Op het water zijn deed hen duidelijk goed, de ideeën spoten eruit! Was het dan geen goed idee om de voorraad Finse spar die er nog was aan te wenden om een ark van Noach te bouwen waarmee Dertien12 met alle werknemers naar zijn diverse projecten kon varen? De Mac-schermen konden tijdens stormen vastgelijmd worden op plekken hars, en in afwachting van betere batterijen kon met hele lange verlengkabels gewerkt worden, die dan uitgerold konden worden op het jaagpad.

Peter B. vond het idee zo geweldig dat hij al wou uitstappen om te beginnen aan het uitdiepen en verbreden van het kanaal de Lieve.

Maar toen sloeg de realiteit eventjes toe. Tom G. merkte op dat het niet was omdat het zondag was, dat ze maandag uit het oog mochten verliezen. Het grote kinderdagverblijf in Drongen moest morgen opgeleverd worden, en de vloerwarming deed het niet. Al vier loodgieters en chauffagisten waren gaan kijken, en hadden geen enkel benul hoe ze aan de praat te krijgen.

Op dat moment schoot Wouter D. in actie. ‘Kun je het niet oplossen met een gelijkaardige communicatie, als toen in de Warande in Kortrijk?’, vroeg hij. Peter B., Tom G. en Lennart C. staarden hem verwachtingsvol aan. ‘Welja’, zei hij, ‘je doet de volgende uitleg:

Ons ontwerp zich gedraagt als een kind dat buiten speelt en zich kleedt volgens de noden van het moment: nu eens een t-shirt, dan weer een pull of winterjas

Wouter D. stelde een aanvullende vraag: ‘Is er één plek waar de verwarming het wel doet?’

‘Er is een kleine chauffage in het toilet die een beetje warmte geeft’, zei Tom G.

‘Wel’, zei Wouter D., ‘dan kun je toch perfect deze formulering recycleren vanuit de projectomschrijving van de Warande?’

Van open hemel tot omsloten warmteplek, en heel wat gradaties daar tussen in. Altijd vindt men er een geschikt plekje om te spelen, volgens de klimatologische uitdagingen van het moment.

‘Met deze omschrijving lijkt elke bouwfout de bedoeling!’, verduidelijkte Wouter D. zijn opzet. De gezichten van Peter B., Tom G. en Lennart C. klaarden op. In een hoekje van de boot toch nog vier Orvalletjes, ontkurkten ze feestelijk en toastten met Wouter D., die ze vanaf nu aanstelden in de functie van calamiteitencommunicator. Wouter D. was eventjes blij met de vaste betrekking die hem werd aangeboden. Maar toen, misschien mede door de vermoeidheid die ondertussen toch wat begon toe te slaan, zag zijn sombere aard kans om weer wakker te schieten. Wat een jaar was het toch ook geweest!

‘Wat heeft het allemaal voor zin?’, opperde Wouter D gelaten, “2020 is een jaar waarin we enkel maar achteruitgevaren zijn, en 2021 zal niet veelbelovender starten. Wij met onze achteruitvarende harsboot hier, zijn op dit moment gewoon een metafoor uit voor de huidige tijd.”

Peter B. trok verwonderd zijn wenkbrauwen op. “Bestaat dat wel, achteruitvaren?”, vroeg hij, “een boot weet niet wat zijn voor- of zijn achterkant is. Het is de mens die daar allerlei ideeën over heeft. Voor de boot is er enkel beweging, zonder de vereiste van een richting.”

“Bovendien,” vervolgde Tom G., “is het leven in het algemeen ook niet drijven? Drijven en boven blijven aan de oppervlakte, zonder te vergeten dat je op een diepte drijft, vol oude waarheden die met minder zuurstof overleven dan de mens in zijn dagelijks bestaan nodig heeft?”

“Voel maar,” zei Lennart C. toen het ook nog begon te regenen, ‘Dat is het verdampte water van de reitjes dat we nu op ons hoofd krijgen. Alle water op aarde is een kringloop, met een bijna horizontaal stuk waarop wij nu terug naar Brugge gedreven zijn, zoals wij met Dertien12 altijd terugdrijven naar Brugge, en een verticaal stuk, waarbij het water van de reitjes verdampt, en weer op onze koppen regent, Brugs water op onze Brugse kop, en binnenkort Brugs reitjesbier met Brugs water, allemaal kringlopen, zodanig veel kringlopen dat je je er zat in kunt lopen. Wie zijn wij om in al die kringlopen te willen bepalen wat voor- of achteruit is, of zelfs onder of boven?”

Wouter D. kon niet zeggen of het klopte wat de drie zeiden, maar het troostte hem en maakte hem minder bang, dat was ook al veel. Hij besloot om zo lang mogelijk bij deze drie gekken te blijven. Zachtjes dommelde hij in en liet zich meedrijven, zonder het gevoel meegesleurd te worden, en met het gevoel deel te zijn van een kosmos waarin alles klopte.

De datering van de foto’s die nadien op sociale media verschenen, laat uitschijnen dat ook de drie vennoten van Dertien12 al snel het voorbeeld van hun calamiteitencoördinator volgden en een uiltje knapten. De partners van de drie vennoten toonden zich niet gechoqueerd, want ze liketen de foto’s op Instagram en Facebook. De Finse kano gleed het Boudewijnkanaal op, en vervolgde gezapig zijn weg tot in Zeebrugge, waar de kustwacht de drie licht onderkoelde vennoten uit een diepe slaap moest wekken, om hen een reflectiedeken te kunnen aandoen. “Interessant isolatiemateriaal”, merkte Tom G. nog op, en hij plande dadelijk een onderzoekje om te kijken of dit ook gebruikt kon worden bij een nieuw project. Wouter D. werd uit de kano bevrijd met een kleine kettingzaag, enkel een klein stukje Finse spar dat aan zijn broek bleef vasthangen met hars, getuigde nog de bijzondere tocht die hij had meegemaakt met Dertien 12. Wouter D. zag als laatste beeld van de tocht Peter B., Tom G. en Lennart C. te voet naar Brugge vertrekken, een fikse wandeling die ze graag wilden doen om wat op te warmen, maar ook om nog een paar goede ideeën extra te bedenken voor 2021. In zijn nieuwe hoedanigheid van calamiteitencoördinator belde Wouter D. ondertussen de eigenaars van de chalet aan Overmere-Donk op, om te laten weten dat Dertien12 hen dit weekend niet meer zou bereiken. Met een verzonnen maar wel heel droevig verhaal over een grote corona-uitbraak bij Dertien12 slaagde hij erin om de huur te laten terugstorten, met daarbovenop nog een donatie om de begrafenissen te kunnen betalen.

Ondertussen werden de drie figuren aan de horizon kleiner en kleiner. Ze wuifden nog eens naar Wouter D., die terugwuifde, terwijl hij zich afvroeg of dit inspiratieweekend nu kalmer was geweest dan vorige. Hij vreesde dat hij zijn taak niet goed had vervuld, en besloot dat hij dit ook eerlijk in zijn verslag zou zetten. De drie vennoten werden stipjes aan de einder, de zondagzon flikkerde nog eventjes heftig op hun reflectiedekens, voor de mannen onzichtbaar werden.